Terugblik op…
Een artikel over nationalisme en natievorming in Leidschrift uit 1995.
Het schrijfsel is het product van een masterclass tijdens mijn studie geschiedenis in Leiden.
Als 22-jarige student ben ik een van de gelukkige deelnemers aan de allereerste honours class van de geschiedenisopleiding. Om mee te mogen doen aan de honours class, ook wel Crayenborgh College genoemd of kortweg ‘masterclass’ heb ik een motivatiebrief moeten schrijven, aangevuld met twee referenties van docenten. Tot mijn vreugde mag ik door naar de volgende ronde.
De masterclass, een initiatief van hoogleraar Leonard Blussé, behelst 12 sessies rond een thema. In mijn jaar is dat Nationalisme en Natievorming. Voor iedere sessie komt er een internationaal vermaard historicus lesgeven over het thema, in het sjieke Snouck Hurgronjehuis aan het Rapenburg.
Romantiek
Niet iedereen waardeert dit met particulier geld gesponsord initiatief. In de wandelgangen wordt gefluisterd dat het een elitaire bezigheid is. Meestal door mensen die niet gemotiveerd genoeg waren om een brief te schrijven. De NRC vindt zo’n intellectuele aai over de bol van leergierige strebers in ieder geval interessant genoeg voor een artikel, inclusief een foto waarin ook ik als twintiger ben vereeuwigd.
Mysterie
Net als de andere deelnemers schrijf ik na afloop een essay over het werk van een professor naar keuze. In mijn geval is dat Liah Greenfelds Nationalism: Five Roads to Modernity. Vooral haar visie op de relatie tussen de Romantiek en het Duitse nationalisme blijk ik niet te delen.
Mijn essay eindig ik met de profetische woorden dat nationalisme voorlopig het grootste mysterie blijft. Daaraan zie je dat het lang geleden geschreven is, want inmiddels weet ik dat de dood het grootste raadsel is. Wat overigens niet wil zeggen dat mijn leven in de nihilistische jaren negentig een feest is. Bizarre dingen gebeuren er, vooral in en om mijn huis. En ik maak me druk om futiliteiten als liefdesgevoelens. Het is ook het decennium waarin mijn vader zijn eerste herseninfarcten krijgt: in 1997, 1998 en 1999.
Nu kijk ik met nostalgie terug naar mijn studentenjaren. Het cliché dat dat de mooiste tijd van je leven is klopt achteraf vaak wel. De masterclassmaanden behoren zeker tot de te koesteren herinneringen.
Saillant detail: in een van de voetnoten van mijn stuk wordt ook de uil van Baudet genoemd!